Bridgerubriek 11 juli 2020

Het leuke van bridge is dat je, lekker onderuit gezakt, met een drankje prima een potje kan spelen. Dat geldt zeker als je alleen met een muisklik het spel aan de gang kunt houden. Veel beslissingen gaan op de automatische piloot en met een beetje tellen kom je al een eind, zonder jezelf veel te hoeven inspannen.

Tweede hand laag, derde man doet wat hij kan en door het sterk naar het zwak zijn regels die het bridgeleven makkelijk maken. Zo kun je na een lange werkdag toch je potje meeblazen. Dat je je ogen toch beter open kunt houden, bewijzen de volgende twee spellen:

N/-
V B 4
H 10
B 10
A H V B 8 3
H 10 8 6 2
9 7
A 8 7 V B 9 6
5 3 A V 9 8 4 2
10 5 2 4
A 5 3
5 4 3 2
H 7 6
9 7 6
 

Na de precisie 1♣ opening van noord stoorde oost met 2. En na het negatieve doublet van zuid gooide west nog wat meer olie op het vuur met 3 waardoor noord geen bod had. Ze had door de opening wel al 16 punten getoond en daarom bood zuid in de uitpas moedig 3SA.

De ruitenstart werd door oost, derde man, genomen en V in slag twee plette de boer in de dummy. De leider dook de tweede slag, waarna oost concludeerde dat ruiten door geen zin had. De hartenswitch was voor het aas van west en een tweede ronde harten voor de dummy.

Zouden beide hoge schoppen van plaats verwisseld zijn, dan heeft de leider maar acht slagen, maar nu met zes klaveren, H, H en ♠A heeft de leider er net negen.

De automatische piloot zorgde ervoor dat zuid het contract mocht maken. Oost moet weten dat de leider H heeft en als daar naast een plaatje in schoppen ook A bijzit, het contract met geen tien paarden down kan. Een hartenswitch is dus opgelegd.

Je moet er wel voor zorgen dat de leider niet een slag in beide majors, H en zes slagen in klaveren maakt. Speel daarom V in slag een.

De leider moet wel duiken. Neemt ze de slag dan zijn er acht slagen, maar als de schoppensnit of harten naar de heer wordt geprobeerd voor slag negen dan wint west en ruiten na bezegelt het contract.

Blijft oost aan slag met V dan is harten naar het aas en harten na voldoende om de leider op acht slagen te houden.

Het tweede spel is van de clubavond. De leider lijdt:

W/NZ
10 7 3 2
A 10 7
V B 8 3
10 8
V 8 6
A 9
9 6 3 2 H 8 5 4
- 10 9 7 4
H V 6 5 4 2 A 9 3
H B 5 4
V B
A H 6 5 2
B 7
 

De 1 opening van oost wordt gecounterd met een 1SA volgbod en als west met 2♣ zijn kleur meldt, doubleer ik om de deelscore te bevechten
Matthieu Verhoeven biedt 2♠ en geen van de tegenstanders vindt nog een bodje.

Het tegenspel gaat vlot en soepel. West begint met ♣H en als hij aan slag blijft, volgt een kleine klaveren (♣2) naar het aas van oost. De hoogte van de klaveren in slag twee is een seintje aan oost wat er nagespeeld moet worden in slag drie.

De kleine ruiten wordt getroefd door west en harten in slag vier maakt het de leider niet makkelijk.

H zit zeker mis en duiken leidt tot verlies, omdat er een tweede ruitenaftroever volgt. Matthieu gaat op met A en speelt een kleine schoppen uit de dummy. Oost duikt.

De leider is drie slagen kwijt en gaat nog een harten en een troef verliezen. Met AV in drieën bij oost moet je snijden met de boer en omdat west maar twee troeven heeft, kun je oversteken naar de dummy in ruiten om nog een keer troef naar de hand te spelen.

Met drie keer het aas en ♠V dubbel bij west moet je ♠H spelen. Ook met een dubbelton schoppen bij oost met vrouw-derde van schoppen bij west is de heer de juiste kaart. Met die holding heb je wel een oost nodig die in de zomerstand speelt.

Als west een driekaart schoppen heeft en oost het aas dan moet oost opstappen met ♠A en een tweede ronde ruiten spelen die west kan troeven. H is dan de downslag.

Verhoeven gaat er vanuit dat oost die speelwijze wel zou vinden en speelt ♠B. Het vervolg is zwaar. West neemt, steekt over naar partner met harten en krijgt een tweede ruitenaftroever. Troefaas is uiteindelijk de tweede (!) downslag.

Mijn partner heeft even alle vertrouwen in de mensheid verloren, maar zo gaat dat met zomerbridge.